Op 26 juni presenteerden IISG, de Vrije Universiteit en de Universiteit Leiden de uitkomsten van een meerjarig wetenschappelijk onderzoek dat deze vraag beantwoordt. De belangrijkste conclusies: In 1770 was 5.2% van de Nederlandse economie gebaseerd op slavernij. Ter vergelijking: dit benadert anno 2019 het aandeel van Rotterdamse haven en de daarvan afhankelijke logistieke en distributiebedrijven in de Nederlandse economie (6%).
Voor het eerst wordt een wetenschappelijk onderbouwde en dus toetsbare indicatie gegeven van het profijt dat Nederland trok van de slavernij. Daaronder vallen naast de slavenhandel, ook de handel en verwerking van door slaven geproduceerde goederen zoals suiker, koffie en tabak. De onderzoekers betogen dat deze activiteiten samen de kurk waren die de achttiende-eeuwse Nederlandse economie drijvende hield.
VEen nieuw licht op het debat Dit onderzoek biedt nieuwe feiten voor het belangrijke maatschappelijke debat over het slavernijverleden van Nederland. Slavernij hield de economie gaande van één van de meest ontwikkelde commerciële samenlevingen in Europa en was dus meer dan marginaal, zoals meer dan eens beweerd is in het verleden. (BRON: YOUTUBE IISG)